Gubbio en Rome
Vandaag zijn we onderweg naar Rome. We houden een tussenstop in het middeleeuwse plaatsje Gubbio. Hier halen ons hart weer op aan de vele kleine smalle straatjes.

Gubbio

Italiaanser kan het niet
Helemaal mooi als daar ook nog een vintage Fiat 500 geparkeerd staat. Het favoriete autootje van Mevrouw Wandelpraat. In Gubbio is de middeleeuwse structuur goed bewaard gebleven. Het vormt een mooi stilleven met zijn doolhof van steegjes en trappen en huizen met terracotta dakpannen. Vanaf de benedenstad klimmen we naar boven. Het lijkt of er geen einde komt aan de klim. Eenmaal boven zijn we op het Piazza della Signoria, het centrum van de stad. Vanaf een gigantisch op een balkon lijkend plein heb je een schitterend uitzicht over de omgeving. Dit plein wordt daarom ook wel het “hangende” plein genoemd.
De rest van de reis gaat per Autostrada en rond 15:00 arriveren we bij Villa Maria Regina gelegen in een buitenwijk in het noord westen van Rome. Om nu met onze eigen auto door Rome te rijden zien de Wandelpraatjes niet echt zitten. Van de receptionist horen we dat bus 301 tot Piazza del Populo gaat. Eenmaal daar bezoeken we de Spaanse trappen, waarop dit keer geen mensen zitten vanwege een restauratie aan de trappen, we slenteren over Piazza Navona, nemen weer een kijkje bij het Pantheon, en lopen we langs de Trevi fontein.

Het Pantheon
Dan willen we weer terug naar het hotel, maar hoe ging dat? Bus 301? Hoe de buslijnen hier in elkaar steken is ons een volkomen raadsel. Een duidelijke dienstregeling vinden we nergens. Bij de halte waar we uitgestapt zijn vinden we 301 nergens terug. Dan maar een taxi! Het is een snelle aangename rit en €12 later zijn we bij het hotel. Even Rome’s vuil afspoelen en dan naar bed!
Het zal ongetwijfeld meespelen dat we in Urbino vreselijk verwend zijn met het ontbijt maar een verwennerij kunnen we het ontbijt deze ochtend niet noemen. Koud en vet roerei, taaie broodjes en weinig écht lekkere zoetigheden waar het Italiaanse ontbijt zo geroemd om is. Alleen de yoghurt is lekker rapporteert mevrouw Wandelpraat. Na twee kopjes automaten cappuccino ontdekken we dat er af en toe ook verse kopjes uit het keukentje aangevoerd worden… te laat!
Over te laat gesproken: Het plan om 8:00 bij de Sint Pieter te zijn is niet doorgegaan. Het bed lag te lekker. Het is 10:00 als we onze spullen in het kluisje doen wat prompt raar begint te knipperen en met geen mogelijkheid nog open wil. De bestelde monteur krijgt de kluis met zijn sleutelbos wel open, en wat blijkt: er moeten nieuwe batterijtjes in. Ook de batterijen erin prutsen vraagt enig geduld. En zo zijn we pas om 10:30 onderweg. Bij het Vaticaan aangekomen zien we een enorme stoet mensen richting het plein lopen. Daar wordt straks de mis gedaan door Paus Franciscus. Voor ons het moment om als eerste Castel d`Angelo te gaan bezoeken. Een interessant gebouw met een geschiedenis van graftombe tot fort en verblijf van een serie Pausen. Vanaf de top van het Castel d`Angelo hebben we prachtig zicht op de Tiber en de bezienswaardigheden. We zien dat het Sint Pieterplein weer leeg stroomt en lopen richting de Sint Pieter alwaar de Wandelpraatjes worden gescreend door de metaaldetector en dan mogen we de Sint Pieter in. Het is en blijft een prachtige kerk, en kijken onze ogen weer uit.

Uitzicht vanaf Castel d’Angelo

Daarna lopen we richting Trastevere nadat we een vergeefse poging om met de bus te gaan opgeven. Net vóór de drukte van Trastevere lopen we voorbij Il Miraggio en de lekkere trek wint het van de puf om nog verder te lopen. Het blijkt een schot in de roos. Later blijkt het een restaurant te zijn dat bij de beste 10% van restaurants in Rome hoort. Het hoge aantal Italiaanse gasten verraad dat het een authentiek Romeins restaurant is en dat is te merken. Met een air van onverschilligheid doen de obers hun ding maar serveren ondertussen de heerlijkste gerechten. Wij nemen prosciutto, bruschetta, en twee heerlijke pasta’s. We wandelen nog wat door Trastevere en bezoeken de Basiliek van Santa Maria in Trastevere. Dit is waarschijnlijk de oudste Mariakerk van Rome, in de kerk zijn prachtige mozaïeken te zien. Na een middagje slenteren zijn we moe en uitgeblust. Het hotel roept. Mijnheer Wandelpraat kient een ingenieuze tocht uit via tram 8 via metro A naar metro B, dan bus 32 en tenslotte bus 911 die ons voor het hotel afzet. Klinkt aardig, alleen bus 32 laat drie kwartier op zich wachten waarmee dit hele O.V avontuur niet minder dan 2,5 uur duurt! We hadden het kunnen weten, was het niet daarom dat we gisteren een taxi namen 😉
Lucca en San Gimignano
Vanochtend nemen we alweer afscheid van Rome. Toegegeven: We hadden er ons meer van voorgesteld. Een paar lessen nemen we mee. 1. Neem een hotel dicht bij een metrostation of in het centrum (of beiden. De Petris?). 2. Kies een minder warme maand. 3. Vertrouw niet op de bus als openbaar vervoer middel. 4. Zorg dat je uitgerust bent.
Enfin. We komen zeker nog eens voor de derde keer terug! Na het wederom matige ontbijt gaan we op pad richting Florence. Het is even puzzelen om Rome aan de goede kant te verlaten maar uiteindelijk vinden we de Via Cassia die langs Viterbo naar het noorden gaat.
De eerste stop is in Bolsena aan de noordrand van het gelijknamige meer. Gezellige straatjes en veel keramiek. We drinken er heerlijke koffie en kopen er wat fruit voor onderweg. Ook vullen we voor €0,10 twee flessen met lekker koud prikwater, superhandig gewoon uit de muur! Na deze pauze van een uur vervolgen we onze weg.
De via Cassia (SS 2) is een lange hobbelige tweebaansweg. Maar toch altijd beter dan de belangrijke verbinding tussen Rome en Siena uit de Romeinse tijd waarnaar de weg vernoemd is en die door dezelfde streek loopt). Bij Contignano maken we een ommetje om dé foto van Toscane te maken, iets wat natuurlijk nooit kan om 14 uur ’s middags (iets met slechte belichting en zo) maar toch. We vinden zowaar de plek , waar de halve wereld een foto van heeft gemaakt. DE foto van het kronkelige cipressen laantje.

Typisch Toscane: Heuvels en cipressen
Dan dient de volgende highlight zich aan: Montepulciano. Mevrouw Wandelpraat leest in de Capitol reisgids over middeleeuwse straatjes en dan zijn we zo verkocht. Montepulciano is het hoogst gelegen dorp in Toscane (605m) en vooral bekend van zijn wijn Nobile di Montepulciano.
Na een rondgang door de wijnkelders van Ercolani lopen we omhoog het dorp in en lunchen bij Caffe Poliziano met een prachtig uitzicht over de Chiana valei.
Dan is het tijd om richting Florence en hotel Villa Stanley te gaan. Eenmaal op de autostrada blijkt het erg druk. Regelmatig staat het stil. Halverwege is mijnheer Wandelpraat het beu en kiest de toeristische route, die ons uiteindelijk nog een uur extra kost. Maar dan heb je wel wat van de prachtige omgeving gezien! Het gaat in slalom door de Toscaanse heuvels en, als het eenmaal donker is, dwars door Florence, waar het krioelt van auto’s en scootertjes.
Lucca en San Gimignano
Tijdens de voorbereiding van de Mille Miglia hebben de Wandelpraatjes een plan gemaakt met de bezienswaardigheden die we zouden kunnen bezoeken. Na 10 dagen toeren door midden Italië zijn we er inmiddels achter dat we geen 3 steden op één dag kunnen bezoeken. Een dag heeft tenslotte maar 24 uur. Florence én Siena én Lucca vandaag bezoeken lukt écht niet. Tijdens het ontbijt, dat beter is dan in Rome (maar nog niet in de buurt komt van het ontbijt bij de vorige twee hotels), kiezen we ervoor om vandaag Lucca (dank je wel Guido voor deze tip) en San Gimignano te bezoeken. Het is een uurtje rijden naar Lucca waar we om 10:00 aankomen.

Blik over Lucca vanaf de Torre dei Guinigi
Lucca is een gezellig stadje helemaal in Italiaanse sfeer met een geschiedenis die terug gaat tot de Romeinse tijd. Zo is het karakteristieke ronde Piazza dell’Anfiteatro gebouwd op de resten van een Romeins arena. Ook vind je er karakteristieke vierkante torens die je in Italië veel ziet. De meest opvallende is wel de 45 meter hoge Torre dei Guinigi waar bovenop eeuwenoude eiken groeien.

Torre dei Guinigi
Het is even een klimmetje, om precies te zijn 230 treden, maar bovenop de toren hebben mijnheer en mevrouw Wandelpraat een prachtig uitzicht over Lucca. We lopen door het knusse centrum en genieten van een kopje espresso en een cappuccino.

Piazza dell Ánfiteatro
Deze laatste drinken de Italianen niet na 11:00, een not done voor de Italianen, maar toeristen wordt dit door de vingers gezien.

Italiaanse lekkernijen
Om 13:30 zijn we weer bij de auto voor de rit naar San Gimignano. De eerste stuk voert door industriegebied maar daarna wordt het heuvelachtig en uiteindelijk doemen de 14 torens van San Gimignano in de verte op.

San Gimignano
Dit ommuurde en best bewaarde middeleeuwse stadje wordt ook wel het “Manhattan van Toscane” genoemd. Deze torens deden dienst als woning en versterking maar de rivaliserende families wilden vooral laten zien wie de hoogste toren had. Op het hoogtepunt stonden er wel 72 torens. In 1990 is het stadje op de werelderfgoed lijst van UNESCO geplaatst.

Wie heeft de hoogste?
Op de terugweg eten we een ijsje, volgens ons het aller allerlekkerste ijsje van de hele vakantie! En dan zijn we niet eens bij de viervoudig wereldkampioen Gelateria Dondoli geweest wiens ijssalon aan hetzelfde plein ligt en waar de rij ons nét even te lang was.

Met de benen buiten bij Gelateria Dondoli